“Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien”. – Psalm 126 : 5.
Een dezer dagen las ik de tekst weer eens.
Er staat niet:
wie met woede zaaien,
wie met agressie zaaien,
wie met geweld zaaien,
wie met list zaaien,
wie met geld zaaien (omkoping) … dat zijn allemaal menselijke
inspanningen die geen Godddelijke vrucht en oogst voortbrengen.
Met tranen zaaien duidt op een gebroken hart.
God werkt altijd door harten heen; daarom is het zo belangrijk dat
ons hart elke dag open is naar Hem toe, zodat wij Zijn regie en leiding,
Zijn wijsheid, bewogenheid en barmhartigheid ervaren en daarvoor bidden.
In Spreuken 23:26 zegt hij:” Mijn zoon, mijn dochter, geef Mij je hart“.
Dat zegt Hij hier niet tegen ongelovigen, maar tegen Zijn kinderen.
Hij wil in ons hart wonen met Zijn Geest om ons Zijn weg te wijzen in dit leven.
Anders verdwalen wij en missen het doel waartoe Hij ons heeft geschapen.
Als wij moeite en verdriet tegenkomen zeggen wij vaak :
“Dit breekt mijn hart”.
In ‘de wereld’ moet je altijd flink, sterk, onbewogen zijn (naar buiten toe).
Emoties worden veelal beoordeeld als ‘zwak’.
Hoe anders is onze God die Zelf onze traanklieren heeft geschapen, omdat Hij
wist dat er veel moeite en verdriet zou zijn in ons aardse bestaan.
Vaak kunnen mensen, door verharding, niet meer huilen en hoe slecht is dit
voor hun gezondheid. Er kunnen allerlei lichamelijke problemen door ontstaan.
Huilen – tranen werken op een bepaald moment ontspannend en bevrijdend.
Koning David schrijft in psalm 42 : 4 “Mijn tranen zijn mij tot spijze, dag en nacht…”.
en in psalm 51 : 19 “…een verbroken en verbrijzeld hart veracht U niet, o God”.
Een verbroken hart … tranen … God kan en zal er iets mee beginnen, want:
‘U aanschouwt moeite en verdriet om het in Uw hand te leggen’ lezen wij in
psalm 10 : 14. Hij gaat er iets mee doen, want Hij neemt het in Zijn handen.
Daarom is het zo belangrijk dat wij met moeite en verdriet naar Hem toe gaan
en niet proberen in eigen kracht allerlei dingen tot stand te brengen.
Daar rust Zijn zegen niet op.
Hij brengt dingen tot stand. Hij wordt daarmee verheerlijkt.
Tegen koning Hizkia zegt God: ‘Ik heb uw gebed gehoord en heb uw tranen gezien’
zo lezen wij in Jesaja 38 : 5 en de koning mag nog vijftien jaar langer leven.
Denk ook aan Mozes, aan Hanna, aan de moeder van Augustinus en vele anderen …
Wij eren God als wij onze nood met Hem delen, want het is ook een erkenning
van Zijn macht en majesteit.
Tranen die je bij God zaait dragen vrucht en brengen verder vrucht voort.
Je leest het door heel de bijbel heen.
Zaai je tranen bij Hem alleen,
geloof Hem op Zijn Woord en …
je zult oogsten met gejuich en je schoven dragen !
God zal eenmaal alle tranen van onze ogen afwissen –
wat een vooruitzicht !