Als iemand naar een bepaalde plaats wil rijden en ik zie dat hij/zij
de verkeerde weg inslaat en dus verkeerd uitkomt,
lijkt het mij menslievend en volkomen normaal dat je zo iemand
waarschuwt en de juiste weg wijst.
Als zo iemand dan woedend en beledigd reageert,
is dat een hoogst vreemde zaak.
Het overkwam mij enkele keren; weliswaar niet in natuurlijke zin,
maar in geestelijke zin.
Soms zie je dat iemand de Heer wil dienen en volgen, maar opeens
onjuiste beslissingen neemt, waarvan je bij voorbaat weet, dat
die persoon zal vastlopen, omdat hij tegen het Woord van God ingaat.
Dat hebben wij allemaal wel eens gedaan.
Gelukkig is er altijd een weg terug.
God waarschuwt ons zo vaak door middel van Zijn Woord, de Bijbel, om
op de goede weg te blijven, te luisteren en te doen wat Hij zegt, omdat dat
de veilige weg is die naar Zijn doel leidt.
Wij behoren elkaar als discipelen van Jezus soms ook te waarschuwen
om niet verder te gaan op een bepaalde weg omdat die weg van God afleidt,
waardoor je je doel zult missen.
Een tijd geleden voelde ik mij gedrongen om iemand te waarschuwen
niet verder te gaan op een bepaalde weg, omdat die verdeeldheid, pijn en verdriet
veroorzaakte in het Lichaam van Christus.
In plaats van te luisteren en te doen wat de Heer mij al vaak had laten zien,
werd hij woedend omdat ik het woord ‘waarschuwing’ had gebruikt.
Het zij zo.
Nog steeds handhaaft hij zijn verkeerde beslissingen en de verkeerde weg,
bedroeft de Heilige Geest en … broeders en zusters in de Heer.
Waarschuwen ?
Waarschuwen tegen zonde ?
Het mag tegenwoordig bijna niet meer.
Er komen reakties van:
“Waar bemoei je je mee ?” – “Ik zoek het zelf wel uit”.
Anderen zwijgen (gemakzucht of eigenbelang ?) en zeggen:
“Het is zijn verantwoording”, terwijl mensen worden meegesleept in
verdeeldheid, verdriet, pijn en … in verkeerde denkpatronen, dus … misleiding.
Kaïn antwoordde God, toen deze vroeg waar zijn broer Abel was:
“Ben ik de behoeder van mijn broer ?” – andere vertaling:
“Moet ik soms waken over mijn broer ?”
Wat zegt de HEER echter over ‘elkaar waarschuwen’ ?
Dat wordt duidelijk in Ezechiël 3 : 17 – 21 …
Ook in de brieven van het Nieuwe Testament wordt telkens weer aangegeven
dat wij ‘op elkaar moeten toezien’; wij zijn immers één Lichaam (van Christus) ?
Hoe zorgvol zijn wij als een deel van ons eigen lichaam niet goed functioneert,
door welke oorzaak dan ook; we beschermen het, verzorgen het optimaal, zodat
het zo snel mogelijk herstelt, omdat het hele lichaam mee lijdt en geremd wordt
in het functioneren.
Waarom is deze zorg voor ons eigen, natuurlijke lichaam wel aanvaardbaar en
niet voor het eeuwige, geestelijke Lichaam van Christus ?
Zou dat niet veel meer liefde en aandacht nodig hebben dan ons eigen lichaam ?
Er blijft, nadat wij iemand hebben gewaarschuwd, niets anders over dan
zulke zaken over te geven in de handen van God, de grote Heelmeester,
en … te bidden.