De dichter Frederik van Eeden beschreef de prachtige bloem als volgt:
“Ik heb de witte waterlelie lief
die daar zo blank is en zo stil haar kroon
uitplooit in ’t licht
rijzend uit donker-koele vijvergrond
heeft zij het licht gevonden en ontsloot
toen blij het gouden hart
nu rust zij peinzend op het watervlak|
en wenst niet meer …”
In onze wijk is een vijver waar witte en ook rode waterlelies bloeien.
Wat een schoonheid !
Als de zon opkomt opent de waterlelie haar blaadjes en laat zich heerlijk beschijnen door haar licht en warmte.
Als de zon ondergaat sluit ze zich.
Ze sluit zich af voor de duisternis.
Wat een prachtige boodschap ligt daarin.
In een bidstond liet de Heilige Geest het beeld van een witte waterlelie zien als voorbeeld:
Gods kinderen mogen zich elke dag openen voor en koesteren in de warmte en het licht van Gods liefde.
Zo zullen mensen om ons heen kunnen genieten van wat wij ontvangen hebben van Hem, de Zon van ons hart.
Als er duisternis op ons pad komt moeten wij ons daarvoor afsluiten,
net als de waterlelie: ‘Geen toegang’.
In de brief van Judas staat, dat er in de laatste dagen spotters zullen komen, gedreven door hun begeerten, natuurlijke mensen die de Geest niet hebben. Hij zegt:
“Maar jullie, lieve kinderen van God, bewaar jezelf in de liefde van God, red anderen en leef niet als de mensen zonder God”.
Met andere woorden: sluit je af voor hun duistere praktijken, net als de waterlelie doet en … laat je alleen maar beschijnen door Jezus Christus,
de Zon van gerechtigheid en waarheid.
Schijn in de duisternis van deze wereld, want Hij zei:
“Jullie zijn het licht van de wereld”.