In de bijbel lezen wij dat de profeet Jesaja vaak een Woord van God ontvangt.
Er staat in hoofdstuk 8 : 6 –
“Omdat dit volk de zacht vloeiende wateren van Siloah versmaadt … zal Ik, de Here …” en dan volgt er een aankondiging van verwoesting over Juda, vanwege
de verharding en ongevoeligheid t.a.v. Gods spreken en werken.
Siloah, ook wel Siloam of Siloach genoemd, betekent ‘uitgezonden’.
Het was een bron op een berghelling waarvan het zuivere water door een
aangelegd kanaalsysteem met terrassen naar beneden vloeide in Jeruzalem.
Water stroomt altijd van boven naar beneden – naar het diepste punt.
Dat geldt ook voor het levende water: het verzamelt zich in de mens die het diepst ontledigd en beschikbaar is voor God.
Er ligt in bovenstaande tekst profetisch veel verborgen met betrekking
tot de beloofde Messias: Jezus Christus die van Zichzelf getuigt in het gesprek
met de samaritaanse vrouw, dat Hij het levende water geeft, liever gezegd:
dat Hij de Bron van dit levende water is.
Hij is de Siloah: de door God de Vader Uitgezondene die dit water brengt aan
een ‘wereld verloren in schuld’ tot reiniging (ontzondiging), genezing en herstel.
“Wie in Mij gelooft, uit zijn binnenste vloeien rivieren van levend water”,
zegt Jezus (Johannes 7 : 38) en daarmee verwees Hij al naar de Heilige Geest die ons – dat was Gods plan – na Zijn heengaan naar de Vader, overstromend zou vervullen.
De Heilige Geest – de rivier van het levende water, helder als kristal – ontspringt uit ‘de troon van God en van het Lam’ (Openbaringen 22 : 1) en komt dus voort uit de Vader en de Zoon.
Zij zijn één, evenals de zon die – bron van vuur, licht en warmte – toch een eenheid is in drie verschijningsvormen.
Jesaja zegt dus dat Gods volk het ‘zacht vloeiende water van Siloah versmaadt’. Nieuwtestamentisch gezien is het vandaag niet zoveel anders.
Als we alleen al kijken naar ons eigen volk, waarvan het overgrote deel in het midden van de vorige eeuw God- en Bijbelrespecterend was … en nu …?
Als wij het zacht vloeiende water van Jezus, de Heilige Geest en de gaven (!)versmaden, komt vanzelf iets anders daarvoor in de plaats: dorheid en droogte met als gevolg geestelijke dood.
Als wij ons leven niet of niet meer laten beheersen door het ‘waterbad’ van het (beschermende) Woord van God, als zijnde niet meer voor deze tijd,
gebeurt dit eveneens, want Woord en Geest werken altijd samen.
Daarover hoeft geen oordeel te worden uitgesproken; het gebeurt vanzelf.
Waar men het Licht uitschakelt, komt duisternis, inclusief alle gevolgen.
Waar men een krachtbron uitschakelt daar komt zwakheid.
Zo droevig en eenvoudig is het.
Jesaja roept het in zijn tijd al uit (55 : 1 …)
“O, alle dorstigen, komt tot de wateren … opdat je je in overvloed zult verheugen …”.
Jezus roept eveneens (Johannes 7 : 37):
“Als iemand dorst heeft, kom dan tot Mij en drink !”
God roept de mensen nog altijd tot Zich – gelovigen en nog-niet-gelovigen.
Laten wij het waterbad van Woord en Geest (inclusief zijn gaven
niet afwijzen, versmaden, verachten, bespotten – doodzwijgen, geringschatten, ignoreren, bedroeven en het vuur niet uitdoven.
De Geest is evenals de Zoon een heilig en Goddelijk Persoon !
De Heilige Geest, het water, is ‘Siloah’, is evenals Jezus door God gezonden, waardoor wij zelfs verbonden zijn met de troon van God !
Wat een voorrecht !
“Gelukkig – zalig – zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid;
zij zùllen verzadigd worden”, zegt Jezus.
Een vriendin en ik kwamen jarenlang wekelijks in de Scheveningse gevangenis-kerkdienst van een pastoor om te zingen en piano te spelen.
Een grapje in de preek aan de gedetineerden was:
“Weet je hoe je een koppige ezel aan het drinken krijgt ? Er hoeft maar één ezel
te gaan drinken en als de anderen zien hoe lekker die dat vindt, komen ze uit nieuwsgierigheid kijken en … gaan ook drinken.
Jullie zijn ook koppig en willen niet drinken van het levende water, maar ik ga door met drinken en geniet ervan met volle teugen”, aldus de pastoor.
We hebben wonderen beleefd in die gevangenis:
* mannen die spontaan begonnen te huilen over hun zonden;
* “Ik ben een afgedwaald schaap” zei een man; niemand had hem dit gezegd;
* een jongen die ’s nachts een engel op bezoek kreeg in de cel die zei dat hij Jezus moest volgen; hij bekeerde zich en liet zich later dopen in zijn thuisland;
* een man die opeens zijn zucht naar alcohol kwijt was, nadat hij meegezongen had
in de dienst; de drank smaakte hem niet meer;
* een jongeman die opeens vroeg: “Vertel me, hoe kan ik God vinden; ik heb in de
cel geluisterd naar Henk Binnendijk op de tv”;
* een jongeman die huilend op kerstavond (’s middags gearresteerd) zei:
“Nu denk ik aan mijn tante die mij zo vaak heeft gewaarschuwd en die altijd voor mij bad; ik wil niet meer op deze weg verder; bid voor me” en dat deden wij …
* een man begon een gebedsgroep in de gevangenis, met toestemming van de
direkteur; toen hij naar een andere gevangenis werd overgeplaatst begon hij
opnieuw een gebedsgroep en dan spreek ik over allemaal gedetineerden.
* een machofiguur vol met tatoeages ging nogal uitdagend op de eerste
rij zitten; toen we zongen “Zo lief had Hij zondaars dat Hij voor hen stierf…”
brak hij in tranen uit; God Geest had hem aangeraakt.
Als de dienst was afgelopen liepen ze terug naar hun cellen, altijd onder het zingen
van hun lievelingslied: “Abba Vader, U alleen, U behoor ik toe…”.
Dat lied was in hun hart gebrand; we moesten het elke dienst zingen.
Wat Levend Water allemaal niet kan doen !
Verbazingwekkend !