Openbaring


“We have much information,

but we need more revelation”.

Dit hoorde ik een dezer dagen iemand zeggen.
Vertaald: we hebben veel informatie,
maar we hebben meer openbaring nodig.

Informatie is voor ons verstand,
openbaring is voor ons hart.

In het Bijbelboek Samuël lezen wij dat er een periode was, waarin vrijwel geen openbaring was van God. Het volk had Zijn inzettingen verlaten in ruil voor aardse ‘goden’ en de Filistijnen bezetten het land.
Maar er was een kleine, eenvoudige jongen die door zijn moeder Hanna was
opgevoed ‘in de vreze Gods’ – met eerbied en een zacht, open hart voor God.
Aan hem kon God Zich openbaren; niet aan Eli, de priester, geroepen om een voorbidder voor Zijn volk te zijn.
Eli – zijn hart was toegesloten, verhard en ongevoelig voor openbaring van God, in tegenstelling tot de kleine Samuël, die met zijn wel-gevoelige en ontvankelijke hart een bruikbaar instrument en in zijn latere leven een grote zegen werd; want … God verloste Israël van de Filistijnen en er was veertig jaar vrede.
Dit alles door de trouwe gebeden van Samuël die zijn volk liefhad en het hele land doortrok om mensen op te roepen terug te keren naar God en Zijn Woord.
Bij Isaï’s zonen vond God maar één zoon naar Zijn hart: David, de herdersjongen die in de stilte op de velden Gods stem had leren verstaan, doordat hij eveneens een zacht en open hart had naar God toe.

God zoekt de harten van mensen, omdat Hij Zijn liefde daarin wil ‘uitstorten’ zegt de Bijbel. Hij werkt alleen maar door liefde, omdat Hij de Liefde is.
Zijn Liefde in Jezus Christus is de openbaring van Gods hart aan deze wereld.

“Zoek de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn”, zegt de Heer in de
Colossenzenbrief aan Zijn kinderen.
Het zichtbare is tijdelijk, het onzichtbare is eeuwig.
Het aardse verdwijnt, het hemelse is blijvend.
Wat zoeken wij ?
“Zoek eerst het Koninkrijk van God…”, zegt de Bijbel;
Wie zoeken wij ?
De Koning van dat Rijk is het belangrijkste.
 
Om Gods werk 
tot stand te laten komen is niet in de eerste plaats
informatie of
kennis van de Bijbel nodig, maar:
Hem, de Koning, kennen en liefhebben – van hart tot hart.

“Voorzeker, de Here doet geen ding, of Hij openbaart Zijn raad
aan Zijn knechten …”, door de Heilige Geest – Amos 3 : 7 – maar dan wel aan
dienaren die Hem werkelijk liefhebben en gehoorzamen;
niet aan knechten die het alleen maar in naam zijn, zoals Eli.

Wij lezen in het Evangelie van Johannes de woorden van Jezus:

“Mijn schapen horen naar Mijn stem, Ik ken hen en zij volgen Mij …;
wie Mij liefheeft zal geliefd worden door mijn Vader;
en Ik zal hen liefhebben en Mijzelf aan hen openbaren“.

Liefde voor God en openbaring aan ons …
Ze zijn niet van elkaar te scheiden.
God verlangt naar onze liefde en Hij verlangt om Zich aan ons te openbaren.
Liefde voor God is de bedding om de rivier van Gods openbaring te ontvangen.