De hemel


Wie zou niet eindeloos verlangen

– wanneer hij ziet hoe d’ aarde zwanger is
van wanhoop, woest geweld en duisternis –
naar U en naar Uw hemel
waar gezangen
van engelen Uw eeuwige troon omringen 
waar alle heiligen
– o Goddelijk Lam –  
de groten en de kleinen
uit elke taal en stam
met serafijnen
Uw eeuwige Naam bezingen
waar rouw, verdriet en pijn
vervolgingen en lijden
verdwenen en vergeten zijn
want God heeft dan
– zo is het al beslist –
van onze ogen
alle tranen afgewist …