Ze hadden hem uit hun bestaan verwijderd
om wat zij uit zijn mond hadden gehoord:
een wonderlijke droom, een openbaring
maar ieder woord werd in de kiem gesmoord
“Weg … weg met deze dromer …” was hun antwoord
meedogenloos diep in een put gegooid
verkocht aan vreemden – twintig zilverstukken
in hete zandwoestijn, versmaad … berooid …
onschuldig tot gevangenschap veroordeeld
jaar in jaar uit geen daglicht meer te zien
vergeten door de schenker die zou redden
“… maar God is hier, die ik van harte dien …”
God had gesproken en Hij leidde Jozef
door alle diepten heen naar het paleis
tot vorst verhoogd werd hij een bron van zegen
wie naar God luistert – Hem gelooft … is wijs
nooit kan een mens Gods plannen tegenhouden
het zal hem schaden als hij dit probeert
laat Hem begaan in al Zijn doen en laten
zo wordt Zijn Naam door ons het meest vereerd
wat God gesproken heeft is louter waarheid
en Hij herhaalt Zijn boodschap keer op keer
het komt tot stand wat Hij ooit heeft besloten
geen twijfel mogelijk … wat wil een mens nog meer ?