Duizendvoud van 5+2

“Hier is een kleine jongen met vijf broden en twee vissen;
maar wat betekent dit voor zovelen ?” –  Johannes 6 : 9

Ik gaf mijn visjes en mijn brood aan Jezus
het was niet veel wat ik Hem geven kon
maar toen Hij alles eenmaal had gezegend
was ’t net alsof een heel groot feest begon

want – je gelooft het niet – Hij bleef maar breken
wat overbleef was nog twaalf manden vol
ik heb bij Hem mijn ogen uitgekeken
Hij keek naar mij … zo blij … zo liefdevol

rondom mij zat een menigte van mensen
een enkeling had ook wat proviand
die dacht misschien: ‘… ik heb het zelf toch nodig …’
opeens gaf Jezus mij heel stil Zijn hand

in plaats van slapen bleef ik ’s nachts maar denken …
bij het breken van het brood hield ik Zijn staf
met eigen ogen zag ik vol verbazing
wat Hij kon doen met wat ik aan Hem gaf