TABITHA

Handelingen 9 : 32 – 43

Ze had een zegenrijk talent
met naald en draad als instrument
ze naaide manteltjes en jassen
– tussendoor nog even passen –
hart en handen vol erbarmen
voor de weduwen en armen
’s avonds moe weer slapen gaan
maar ook zó voldaan …
ja, zo was Tabitha’s leven
offer zijn en offers geven

wie beschrijft het groot verdriet
toen Tabitha hen verliet
ziek en plotseling heengegaan
“Heer … wie helpt ons toch voortaan ?”
onze God zo goed, zo mild
is een Zon en is een Schild
om voor altijd bij te schuilen
Hij zag ook de moeders huilen

Hij zond Petrus naar de vrouwen
hoord’ hun klagen, zag hen rouwen
Petrus zond de mensen heen
bad tot God geheel alleen
riep: “Tabitha, sta weer op !”
ze lééft … en … pakt de draad weer op
mèt de naald – haar instrument
Tabitha met haar prachttalent
begon weer waar ze was gebleven
met haar Godgewijde leven
en voor ieder die haar zag
voorbeeld … tot vandaag de dag